donderdag 29 maart 2012

Onderdeel 2: Bewegen op muziek

Doelgroep: onderbouw

Tekst de Sprookjesdans:
Beklim de haren van raponsje
En zwaai eens als een prinses
Toeter als een fakir
Wrijf de geest uit de fles
Huppel als roodkapje
En vlieg eens als een elf
Zo word je sprookjesvriendje
Je merkt het vanzelf
Tralalala de sprookjesdans
Tralalala de sprookjesdans

Bewegingen:
Zin 1: de kinderen bewegen met hun armen alsof ze aan het klimmen zijn
zin 2: de kinderen zwaaien zoals zij vinden dat een prinsesje zwaait
zin 3: de kinderen doen alsof ze op een toeter blazen
zin 4: de kinderen wrijven met hun hand over hun andere hand/arm
zin 5: de kinderen huppelen op hun plek
zin 6: de kinderen bewegen met hun armen alsof ze vliegen
zin 7: de kinderen draaien met hun handen om elkaar heen
zin 8: de kinderen bewegen beide handen in tegengestelde richting van de borst af en terug naar de borst
Zin 9 + 10: de kinderen zwaaien met beide handen heen en weer

Aanleren
Eerst alle bewegingen om en om bespreken met de kinderen en aanleren.
Wanneer alle bewegingen duidelijk zijn het liedje in zijn geheel een paar keer achter elkaar afspelen en de bewegingen erop maken.


filmpje:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten