donderdag 29 maart 2012

Onderdeel 1: Lied

Doelgroep: Onderbouw

De kinderen gaan in een grote kring staan en Roodkapje en de wolf worden gekozen.

De grote groep zingt :
Zeg roodkapje waar ga je heen
Zo alleen, zo alleen
Zeg Roodkapje waar ga je heen
Zo alleen

Roodkapje zingt terwijl ze om de kring heen huppelt :
Ik ga bij grootmoeder koekjes brengen
In het bos, in het bos
Ik ga bij grootmoeder koekjes brengen
In het bos

De groep zingt :
In het bos wonen wilde dieren
In het bos, in het bos
In het bos wonen wilde dieren
In het bos

Roodkapje zingt terwijl ze om de kring heen huppelt :
Ben niet bang voor de wilde dieren
Ben niet bang, ben niet bang
Ben niet bang voor de wilde dieren
Ben niet bang

De groep zingt terwijl de wolf achter roodkapje aan jaagt :
Pas maar op want daar komt de wolf
Pas maar op, pas maar op
Pas maar op want daar komt de wolf
Pas maar op...




Aanleren van het liedje:

De juf zingt het liedje 2x voor, daarna wordt het liedje stukje voor stukje aangeleerd door middel van de weggeeftechniek. Eerst leren de kinderen de eenvoudigste stukken, wat opgebouwd wordt tot ze het hele liedje kennen. Het 'weggeven' van stukken tekst gebeurd door middel van wisselzang. De juf zingt de stukjes die aangeleerd worden voor, daarna zingen de kinderen dat stukje na.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten